Student toegepaste wiskunde Sem Janssen (24) werkt als vrijwilliger bij Het JIS in Schinnen. Samen met andere vrijwilligers organiseert hij activiteiten voor kinderen tussen de 6 en 13 jaar.

Onlangs sloot hij aan bij een brainstormsessie van de gemeente over eenzaamheid onder jongeren. “Eenzaamheid uitbannen wordt moeilijk, maar als we het kunnen beperken zijn we goed op weg.”

Zelf is Sem gelukkig nooit eenzaam geweest. Via de activiteiten die hij organiseert voor kinderen in Schinnen, ziet hij wekelijks veel kinderen. “Die hebben misschien geen last van eenzaamheidsproblematiek, maar je hebt natuurlijk ook kinderen die hier niet komen. Daar zitten misschien wel kinderen tussen die zich eenzaam voelen en die wil je wel graag bereiken en bij de maatschappij betrekken.”

Brainstormsessie

Toen Sem de vraag kreeg of hij wilde aansluiten bij de brainstormsessie van de gemeente, zei hij dan ook ja. De uitkomst van de brainstorm wordt meegenomen in een plan van aanpak voor de aanpak van eenzaamheid in Beekdaelen. “Preventief te werk gaan was een van onze punten. Ik vind dat ook heel belangrijk. Want iemand die zich eenzaam voelt, vindt het vaak lastig om de deur uit te gaan. Probeer die dan maar eens te vinden.”

Sem denkt dat er een belangrijke rol is weggelegd voor de basisscholen. Hij hoopt dat er een persoon kan komen met een coördinerende rol als het gaat om eenzaamheid. Iemand die praat met de kinderen en die goed luistert naar de behoefte van een kind. “Belangrijk daarbij is dat er niet alleen gekeken wordt naar kinderen die gepest worden. Je hebt ook kinderen die van nature minder gemakkelijk contact maken met anderen. Het zou fijn zijn als er dan iemand is die kan zeggen: ga hier eens naartoe of je kunt dit eens proberen.”

Activiteitenbegeleider

Zelf ziet hij ook dat kinderen die aansluiten bij de activiteiten van Het JIS tijd nodig hebben om hun draai te vinden. De activiteitenbegeleiders proberen daar scherp op te zijn. “Als iemand van ons ziet dat er iemand alleen is, spelen we daar op in. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een kind iets stiller is of iemand die langer bij mama wil blijven dan de rest. Wij proberen dan iemand mee te laten doen. Vaak door te zeggen: ‘hé, we gaan een leuk spelletje spelen. Kom je mee?’ Als ze wat meer gewend zijn, dan zie je dat de ontwikkeling snel gaat en dat ze sneller vriendjes en vriendinnetjes vinden.”

Als Sem van ouders hoort dat een kind het moeilijk vindt om erbij te horen, probeert hij een beetje te sturen. “Dat kan ook iemand anders binnen de organisatie doen. Het is het belangrijkste dat het kind een klik heeft met een persoon. Ik kan wel bij een kind gaan staan, maar als het kind geen klik met mij voelt wordt het lastig om iemand aan te laten sluiten.”

Preventie

Sem vindt het belangrijk om de begrippen ‘alleen’ en ‘eenzaam’ niet te verwarren. Iemand kan tien mensen om zich heen hebben en zich nog eenzaam voelen. Hij is ervan overtuigd dat je aan een paar goede vrienden genoeg hebt. “Ik vind het wel belangrijk dat iedereen in deze wereld anderen bij zich heeft met wie die goed kan opschieten. Daarom wil ik me er graag voor inzetten.”

Hij hoopt dat het college van burgemeester en wethouders het advies grondig bestudeert. Inzetten op preventie is volgens hem het allerbelangrijkste. “Ik hoop dat de generatie die nu geboren wordt, niet eenzaam raakt in de eerste tien, twintig levensjaren. Dat betekent overigens niet dat de kinderen die zich nu eenzaam voelen, niet op hulp hoeven te rekenen. We moeten inzetten op het vaccin én het medicijn.”

Vergelijk hulpaanbod